zondag 23 juni 2013

Hoge advieskosten voor banksparen



Volgens Geldenrecht.nl zijn de advieskosten voor banksparen bij de Rabobank onlangs verhoogd van €100 naar €300. Onder druk van de AFM heeft de bank de oude kostenstructuur aan moeten passen om het product en het advies transparant te houden.

In de oude kostenstructuur had de bank een deel van de kosten die ze in rekening moeten brengen bij de klant in het product verwerkt. In het kader van het provisieverbod dat sinds 1 januari van dit jaar geldt, is dat niet meer toegestaan.

Er zijn nog steeds veel onduidelijkheden over de nieuwe manier van in rekening brengen van advies- en bemiddelingskosten bij consumenten. In het verleden werd de vergoeding voor de bemiddelaar verstrekt door de verzekeraar of de bank. Door de woekerpolisaffaire is er voor financieel complexe producten gekozen voor een andere manier van kostenverrekening. Door de kosten rechtreeks in rekening te brengen bij de klant kan de klant vergelijken en kiezen om met een andere adviseur in zee te gaan.

Het provisieverbod heeft inderdaad gezorgd voor transparantie, maar heeft ook ontmoedigd om financiële producten af te sluiten. Een lijfrenteverzekering of lijfrentespaarrekening afsluiten wordt nu vaak vanaf gezien door de hoge kosten die in rekening worden gebracht voor het advies. Een gezin met een kleine beurs gaat geen €400 tot €600 betalen voor een advies gericht op aanvulling op het pensioen waarin ze maandelijks €50 tot €100 in willen storten.

De kosten die bemiddelaars in rekening brengen zijn mede zo hoog door zeer strenge eisen die de AFM stelt aan het advies. De adviseur moet ook voor een lijfrenteverzekering met een lage inleg een volledig overzicht hebben van de financiële situatie van de klant voordat de verzekering mag worden afgesloten. Eisen stellen is goed, maar de AFM kan ook doorslaan.

vrijdag 14 juni 2013

Vergeet de groene kaart niet mee te nemen op vakantie



De meeste automobilisten hebben de groene kaart die hoort bij de autoverzekering altijd in de auto liggen. Als u met de auto naar het buitenland gaat doet u er verstandig aan om dit internationaal verzekeringsbewijs mee te nemen.

Binnenkort op vakantie naar het buitenland met de auto? Doe de groene kaart alvast in de auto. Controleer ruim vóór uw vakantie of u de meest recente kaart of het pasje al in uw bezit hebt. Niet in alle landen is de groene kaart verplicht, maar neem geen risico’s en neem de kaart in ieder geval mee.

Groene kaart is een verzekeringsbewijs
Binnen Europa geldt de groene kaart als een internationaal verzekeringsbewijs. Indien u betrokken raakt bij een ongeval in het buitenland, moet u aan kunnen tonen dat u verzekerd bent. Ze kunnen niet eenvoudig uw kenteken natrekken om te controleren of uw auto inderdaad verzekerd is. Om problemen te voorkomen kunt u beter het verzekeringsbewijs in de auto hebben liggen.

De groene kaart biedt ook gemak
In Nederland is het niet verplicht, maar op deze kaart kunt u alle gegevens achterhalen waar u over moet beschikken in geval van nood. In het buitenland kunt u op de groene kaart zien in welke landen de autoverzekering geldt. Ook staan de telefoonnummers vermeld die u vanuit het buitenland kunt bellen om hulp in te schakelen.

Neem een geldige groene kaart mee
Jaarlijks verstrekt uw verzekeraar een nieuwe kaart voor de nieuwe verzekeringsperiode. Voordat u op vakantie gaat doet u er verstandig aan om de geldigheid van de groene kaart te controleren. Indien u de oude kaart nog in de auto hebt liggen kunt u deze nu nog verwisselen. Kunt u de groene kaart niet vinden? Neem gelijk contact op met uw verzekeraar en verzoek om met spoed een nieuwe kaart te sturen.

Ook voor de caravan een groene kaart?
Voor de meeste landen is het niet nodig om ook en groene kaart te hebben voor de caravan. Bijvoorbeeld voor de populaire vakantielanden Duitsland en Spanje is deze wel verplicht in het geval de caravan zwaarder is dan 750 kg. Deze kaart kunt u aanvragen bij de verzekeraar waar de auto verzekerd is.

zondag 2 juni 2013

Wat verdienen ze in de top?



In het juni nummer van Elsevier kwam ik een overzicht tegen van de inkomsten van onze bestuurders en andere topfunctionarissen in de publieke sector. In vergelijking met de inkomsten in het bedrijfsleven valt het mogelijk tegen, maar ze hebben niets te klagen.

Onlangs kwam het bericht in de media dat Job Cohen voor zijn betrokkenheid in het onderzoek naar de Project X rellen in Haren €35.000 heeft gekregen. Het onderzoek heeft hem vijftien dagen werk gekost en in totaal twintig vergaderingen. Voor een dergelijke beloning had iedereen het onderzoek wel willen doen, maar Cohen heeft als voormalige topman van de PvdA de juiste connecties. De volgende irritatie kreeg ik bij het lezen van het jaarlijkse inkomen van de politieke kopstukken, bestuurders in de politieke sector en anderen die uit ons belastinggeld hun inkomen krijgen. In onderstaand overzicht heb ik een aantal inkomsten opgenomen.

Wat verdient Jet Busseman – Minister van Onderwijs - €144.500
Wat verdient Jan Franssen – Commissaris van de Koning in Zuid-Holland - €144.500
Wat verdient Jan Franssen – Commissaris van de Koning in Zuid-Holland - €144.500
Wat verdient Piet Hein Donner – Vicepresident van de Raad van State - €144.500
Wat verdient Rudolf Bekink – Ambassadeur in Washington - €152.990
Wat verdient Marc Calon – Voorzitter Aedes - €156.200
Wat verdient Henk Gerla – Bestuursvoorzitter van St. Franciscus Gasthuis R’dam - €255.017
Wat verdient Koningin Maxima – Koningin - €327.000
Wat verdient Willem-Alexander – Koning der Nederlanden - €825.000

Voor een totaaloverzicht zie het juni nummer van Elsevier.